CORONA GRENZEN

25 maart 2020 - Stavoren, Nederland

IMG-20200301-WA000420200317_18421620200314_17234020200320_20190520200321_094729IMG-20200301-WA0004

Liesje staat er een beetje uitgeblust bij, op het grind van mijn rotonde bij mijn Franse huis in de Bourgogne.

President Macron heeft aangekondigd dat Frankrijk in oorlog is; niet met een andere natie, niet met terreur maar met de nationale gezondheid.

Ik vraag het mijn buurvrouw, politiek journalist, meester in de rechten, ‘gevlucht’ met haar gezin van hun Parijse appartement naar het platteland waar nu de kinderen kunnen rennen, spelen en huiswerk maken.

‘Het is de enige manier om Fransen tot gehoorzaamheid te dwingen,’ vertelt ze me wanneer ze met een kop koffie uit het raam hangt en zich duidelijk geen raad weet met haar drie baldadige jongens.

‘Jullie Nederlanders zijn gedisciplineerder en kunnen zelf verantwoordelijkheid nemen,’ vervolgt ze.

Daar zit wel wat in, denk ik, hoop ik.

De sfeer in het zes huizen tellende Vorroux is prima. Eigenlijk is er niet veel veranderd. De oudjes zijn nog steeds nors en stug met nu een meter extra afstand. De Parisiens, bon vivants, halen hun vrienden naar het gehucht en vieren het leven, waar ik regelmatig, zonder gezoen en aanrakingen, deel van uitmaak. De restaurants en bars zijn gesloten; om eerlijk te zijn is ook daar niet veel in veranderd, want ze zijn, in de Nievre, al heel lang dicht. De supermarkten zijn natuurlijk wel open en vertonen dezelfde hamsterwoede als in Nederland, zij het dat er op pleepapier geen run is. Maar ook dat is in Frankrijk een hardnekkig verschijnsel: Europees laagst gemeten consumptie van wc papier en zeep!

Het is nu wel duidelijk dat mijn verbouwplannen in duigen vallen omdat er geen winkel meer open is en er ook niets meer geleverd wordt. Ik heb op het nippertje nog een zitmaaier kunnen bestellen, die ook geleverd is. Ik overweeg een lap grond om te ploegen en in te zaaien. Af en toe kan ik nog wel ergens een stuk koe bemachtigen en ook maar weer aan de kippen? Op het platteland ben je nog niet zo slecht af, overdenk ik.

Het is zondag 22 maart, de Belgische grenzen gaan dicht. Er broeit iets in me. Ik ga het niet goedpraten. Ik ben er niet trots op. Ik neem alle veiligheidsmaatregelen in acht en start Liesje. We rijden met voldoende voedsel door een gehoorzaam leeg Frankrijk. In Tonnere (Auxerre) is de dieselpomp gesloten. Heb ik een laatste afkondiging gemist? Er is nog net voldoende brandstof om Troyes te halen. Google vertelt me dat daar diverse pompen open zijn. Onderweg word ik aangehouden door een peleton gendarmes die in de kou patrouilleren. Ze zouden me willen omhelzen, eindelijk een occasion. Ja, van die kant moet je het ook bekijken! Ik heb mijn lederen handschoenen aan en schuif voor het raam een handgeschreven tekst waarop staat dat ik naar mijn 68-jarige man moet. Hij behoeft mijn présence (in oorlog en liefde is alles gepermitteerd). Een kopie van trouwakte en mijn NL paspoort heb ik bij de hand. Ze lachen, roepen en scharen zich als kleine kinderen voor de tekst, ware het een poppenkast. Ze zwaaien me lachend uit. Troyes heeft Diesel in overvloed en als een verzetsstrijdster (de gedachte komt toch even in me op) begeef ik me naar de volgende blokkade. Mijn zoon stuurt me al appjes met containers die de Belgische grenzen barricaderen. Ik blijf op de A43 rijden en zie op Google dat ik de grens ga passeren. Het wordt spannend. Heb ik nu 500 km voor niets gereden? Ik zie geen barricade en rij nog steeds 90 kilometer per uur. Tot mijn grote verrassing en lichte schrik zie ik een politieauto die op de vluchtstrook staat. De agent wil in zijn auto stappen, ik kan nog net zien dat hij zijn gulp dichttrekt en op het geluid van Liesje zijn hoofd meedraait met het 90 kilometer snelle geluid. Hij moet “nondedju” gedacht hebben. Ik vermoed dat hij zich deze “catch of the day” niet zal laten afnemen. Echter in mijn achteruitkijkspiegel zie ik tot mijn grote verbazing en opluchting op het lege wegdek niemand rijden. De Nederlandse grensovergang is eveneens onbemand en voordat ik het weet rij ik in de armen van de eerste file.

Liefde, huwelijkse plicht, avontuur? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik, de overigens dolblije André, ga helpen met het schilderen van de onderwaterkant van zijn schip. Sinds november is het schip al op de kant in Stavoren.  Wanneer de chaos in het interieur een weerspiegeling is van de planmatige aanpak voor het schilderen van de buitenkant dan denk ik dat mijn verzetsdaad gerechtvaardigd is. Overigens vertelt de wetenschap dat bij hoog intelligente mensen chaos in de leefomgeving een veelvoorkomend verschijnsel is… André verdient zijn medailles op andere fronten. We eten en slapen voorlopig maar even in de camper...

Mijn moeder (Anne- Liesje) zei ooit dat de oorlog ook iets leuks had…Mwha, gelukkig is het alleen maar oorlog tegen een virus; en dat is voor een aantal al erg genoeg.

 20200322_17490320200322_19075620200313_092859  20200323_15374120200323_15380520200323_155232
 

Foto’s

7 Reacties

  1. Paul:
    25 maart 2020
    gelukkig in nederland.met z n tweeen is het toch gezelliger.houd je taai tot snel hoop ik groetjes aan andre.
  2. Tineke:
    25 maart 2020
    Ha, je bent gelukkig weer veilig op vaderlandse bodem. Die 1,5 meter afstand geldt gelukkig niet voor gezinsleden zonder verschijnselen dus lekker knus samen in de camper. Wat wordt het schip mooi! Pas goed op elkaar! Dikke kus
  3. Yvonne:
    25 maart 2020
    Leuk verslag:)
  4. Ludy:
    25 maart 2020
    Grappige en gedurfde onderneming. Kan je aan jou wel overlaten! 😉
  5. Franske:
    26 maart 2020
    Welkome back An!,
  6. Olga bibi segaar:
    26 maart 2020
    Dag Anne Marie , groetjes uit de Marcuzzo!
  7. Marijke:
    26 maart 2020
    Fijn weer bij elkaar !