HUIS MONTESE
10 augustus 2019 - Montese, Italië
Back home, zo heet dat wanneer je weer op huis bent aangekomen. In mijn geval in camper Liesje. Ze staat geduldig te wachten op een privé parkeerplaats bij Piacenza. Op de valreep is er nog een treffen met neef Ron en zijn vriendin die ook met hun camper langszij komen. Het heeft iets van een cruiseschip naast een koddig motorbootje. Maar dat koddige ding heeft wel lekkere meloen met ham en drie stoeltjes die in de rivier de Trebbio gezet kunnen worden. Verfrissend van boven en ook van onderen!
‘Waarom hebben jullie dit niet direct gekocht?’ Ik ben ontzettend verbaasd wanneer ik het filmpje en de foto’s zie van het huis van het leuke Amsterdamse stel, dat ze in de buurt van Bologna bezocht hebben.
Ze hebben het niet gekocht en gaan het ook niet kopen. Nu is het mijn beurt om het te bekijken en de invuloefening te maken op basis van het wensenlijstje. Geen zeezicht maar wel een uitzicht wat ons, Nederlanders, schier onmogelijk lijkt. Heuvel na heuvel na heuvel. Er plukt af en toe een dorpje of stadje en wanneer ik ’s nachts in mijn camper verblijf zie ik de feeërieke verlichting tegen de heuvels opkruipen ten teken van bewoning. Het woonhuis, waar je zo in kan en dat niet ‘verprutst’ is heeft een trap met van die mooie dikke natuurstenen treden, rode bakstenen op de vloer en, wel heel verstandig, nieuwe dubbel-glas ramen. Er is maar één deur, en daar ben ik door naar binnen gekomen, verder is er geen deur naar buiten. Dat is jammer want het lokt, dat buiten. De zitkamer is te klein maar van de twee zitkamers kun je er een maken. Tja en als je dan toch gaat breken, waarom niet direct een mooie vloer erin in plaats van die vergruzelde marmervlok tegeltjes.
De grote schuur buiten kijkt het hoofdschuddend aan. De regelgeving in Italië is niet gemakkelijk. Deuren en breekwerk vraagt ambtenarij en dus geduld. En die grote schuur staat daar zomaar te wezen. Acht bij zeventien meters. Twee enorme openingen die zicht op heuvel na heuvel na heuvel geven. Honderdvijftig vierkante meter maal duizend euro bouwkosten schat ik in. Maar dan ben ik er nog niet. Er zit nog een verdieping onder, de stallen. Ik had de rekensom nog net niet gemaakt en rekende me rijk met een inpandig zwembad met weer dat uitzicht.
Het is warm, in mijn hoofd maar ook buiten. Wat doe ik wanneer het te druk wordt in mijn hoofd? Dan ga ik lekker mijn handen laten wapperen. Dus rijd ik naar Berbera. Berbera heeft mij gisteren en vandaag met Montese laten kennismaken en vanochtend nog een Nederlands stel opgetrommeld om de frivole kant van deze streek aan mij te tonen. Het was maandmarkt in Montese en het stadje, bekend om zijn zuivere lucht, ademde een levendige sfeer uit.
Anders is het bij Berbera. Ze heeft een deadline. Ze moet op 1 september de geitenkaasmakerij in bedrijf hebben anders gaat de toegezegde subsidie in rook(kaas) op. De kaasmakerij moet schoon! Doppegieter vind het heerlijk om wat orde te scheppen in de kaasmakerij waar van de geitenmelk ricotta gemaakt wordt. Zeefjes wassen, roestvrijstalen ketels poetsen en uiteindelijk de vloer een lekkere beurt. Ondertussen begrijp ik dat een simpel ricotta kaasje of een peccorino kaas een flinke stal vraagt waar de geiten twee maal daags gemolken moeten worden. Dat is nog niet alles: er is een aardappelveld waar jaarlijks 25 ton aardappelen gerooid wordt, er lopen kippen buiten die uitzicht hebben op de 70 graden kookpot en de verenpluk machine, we voeren de parelhoenderkuikens die met kerst op de kaart zullen prijken en ik drink water uit de bron die aan een oud muilezel pad ligt. Het is druk in het hoofd van Berbera, want er zit ook nog een education-agriturismo in de subsidie-pen.
Een ding is zeker, de kaasmakerij is schoon; mijn hoofd is leeg. De schetsen van de stal, die gaan naar het oud papier! En die BerberaBerbera gaat de deadline wel halen.
ciao.gr paul en renske.