ROUTE 66
9 juli 2022
Het is ochtend, het is 18 mei. Ik lig naast mijn geliefde, mijn echtgenoot. Op de privékamer in het Reinier de Graaf gasthuis is een bed voor me uitgeklapt en zo heb ik vannacht urenlang de linkerhand van André vast kunnen houden totdat de slaap ons overmande. Het maakt André rustig, want ‘s nachts ziet hij spoken. Deze ochtend komen zijn schoondochter en dochter de ziekenhuiskamer inlopen. Met een taart en in een thermosfles vers gezette koffie. Er wordt gezongen, André zingt uit volle borst mee: ik ben jarig, zesenzestig jaar ben ik geworden.
De dag eindigt minder feestelijk: de rechter arm en het rechterbeen van André raken verlamd. De daaropvolgende dertien dagen binden vernietigende herseninfarcten de strijd aan met hoop op revalidatie. Op 31 mei overlijdt André, mild, pijnloos, in coma, in aanwezigheid van mij en al zijn kinderen.
In deze periode heb ik de klassieker Elisabeth Kubler- Ross (over- lijden) stukgelezen en geluisterd.
Vandaag is het 9 juli en, voor wie er waarde aan hecht, de veertig dagen zijn voorbij waarin de ziel nog tussen hemel en aarde zweeft en links en rechts of boven en onder duikvluchten kan maken.
André reisde met me mee, of ik met hem. Tijdens het schilderen van muren bij een opdrachtgever pakten we bij iedere kwaststreek een ander hotel, bestudeerden we de menukaart, of reden door landschappen. Of ik keek naar hem, wanneer hij zijn boek neerlegde en mij ietwat onhandig omarmde, blij dat ik weer aan boord stapte. De wind die danst met zijn krullen wanneer hij met zijn grote sterke handen het roer omklemt en zijn ogen de kleur van de zee krijgen. Ik zie de landrover mijn rotonde oprijden en de glimlach wanneer hij mij moeizaam tegemoet loopt en ogen die lijken te vragen of hij echt wel welkom is.
Mijn nog in verbouwstaat verkerend huis in Vorroux, waar ik als een berg tegenop zag naar terug te keren, blijkt mij liefdevol te omarmen. De plaats van de inductieplaat, het robuuste André-bestendige kookeiland, de keuze van de magnetron, de André-hoogte van het aanrecht. De wanden die nog niet gevoegd zijn: dat had ik zullen doen wanneer André hier zou zijn komen wonen en hij vanuit een stoel van mijn ontembare werklust had kunnen genieten. Het zal niet zijn met hem, maar nu is hij er wel.
Wekenlang was er geen ruimte voor een droom maar afgelopen week lag ik ineens ‘s nachts vredig op zijn borst. Het was de borst van de jonge sterke, eerlijk ogende André die ik afgelopen periode middels foto’s heb leren kennen. Het was zo ontroerend, zo vertrouwd, zo liefdevol. Voor de eerste keer werd ik blij wakker met een innerlijke rust die tot vandaag duurt.
Het grote woord NOOIT MEER is de realiteit.
Tussen dromen, herinneringen, misschien een zielenstemmetje op mijn schouder, de zon die opkomt en onder gaat, in- en uitademen, leven, ervaringen opdoen, ge-niet-en (mooi woord hè?), loopt mijn route 66.
Dé weg die in 1926 aangelegd werd om oost (Chicago) en west (Los Angeles!) in Amerika te verbinden; een spraakmakende route waarvan mensen dromen hem te mogen maken.
Vanavond vier ik de "overgang" met een " veuve champagne" bij lieve vrienden Rob en Tanya.
Leuk om wat oude foto’s van jullie te zien, ik heb André maar kort gekend. Een indrukwekkend mens met een vrolijke kop.
Veel sterkte met je verlies, dat gaat wel lukken.
Lieve groet Jos.
Ik heb ook nog regelmatig gesprekken met André maar we moeten hem laten gaan op zijn reis.
Dikke knuffel uit muiden.
Van José hoorde ik dit droevige nieuws waar je zo’n prachtig verhaal van hebt gemaakt. Zo herkenbaar na het verlies van Robert-Jan.
Die net zoals André bij jou is ook bij mij is.
Liefs José